Blog – door Manu Busschots
Vanaf onze geboorte willen we groeien. Kinderen willen meer mogen, meer kunnen en meer vrijheid. Dat we het grootste deel van de evolutie hebben moeten overleven zorgt er ook voor dat we een natuurlijke neiging hebben tot pakken wat we pakken kunnen. Het is makkelijker om méér voedsel of spullen te willen, dan om dingen af te staan. In de psychologie is ‘verlies aversie’ vaak en op meerdere manieren bevestigd, sommige onderzoeken zeggen dat verlies ongeveer 2,5 keer zo zwaar voor ons weegt dan winst.
Daarom is gas terugnemen niet makkelijk voor de meeste van ons: groeien we dan nog wel? Raken we niet iets kwijt? Ik heb het niet over een beetje uitrusten, want dat is makkelijk, juist omdát energie besparen evolutionair zijn voordelen had. Ik heb het over grotere keuzes die raken aan ‘onze plek in de kudde’ en aan onze bestaansgrond. Durven we die dag minder in de week te gaan werken, zodat we ruimte krijgen voor een betere energiebalans of het vergroenen van onze buurt? Durven we onze producten of diensten duurzamer aan te bieden, als dat minder winst oplevert? De angsten die daarbij horen en het ongemak van ‘stilstand of een stapje terug’ kunnen belemmerend zijn voor een echte doorbraak.
Ziedaar de samenhang tussen het bereiken van Sustainable Development Goals en de Inner Development Goals. De samenhang tussen het worden van een deep changemaker en persoonlijke ontwikkeling en leiderschap.
Deze maand daarover weer een mooie reflectievraag voor jou, deep changemaker.
Reflectievraag
We vinden het leuk om te horen wat deze reflectie je brengt. Spreekt dit onderwerp je aan, wil je je impact vergroten en tegelijkertijd je vitaliteit als changemaker bewaken, neem dan contact met ons op.
Ben je benieuwd hoe wij je kunnen helpen de balans tussen vitaliteit en veranderkracht te bewaren? Volg dan eens een gratis, online introductiesessie.
Wil je dit soort reflecties, met persoonlijke aanleiding vanuit mij, eens per maand in je mailbox ontvangen? Meld je dan aan voor de reflectieflits.
Hartelijke groet en graag een keer tot ziens,
Manu Busschots